Iedere schrijver kent het: die ene mail, dat telefoontje, die meeting waar je vol goede moed in ging — en vol zelftwijfel weer uit kwam. In ‘Afgewezen’ blikken Nederlandse scenaristen terug op hun pijnlijkste afwijzing. Deze week: Matthijs Bockting.
Wat was je grootste afwijzing ooit?
Vanaf 2018 schreef ik samen met collega schrijver Pieter van den Berg aan de serie Laura H., de verfilming van het journalistieke boek van Thomas Rueb. Tot twee keer toe werd het ingediend bij het NPO Fonds en tot twee keer toe ook afgewezen. Al mijn bloed, zweet en tranen zaten hierin om de buitenwereld te kunnen laten zien wat ik écht kon.
Waar ging het project over en waarom betekende het zoveel voor je?
Laura H. Is het fascinerende verhaal over de eerste vrouw die terugkeerde vanuit het kalifaat met haar twee jonge kinderen. Omdat de Nederlandse staat geen flauw benul had wat Laura gedaan had in het kalifaat en er nogal wat gaten in haar ontsnappingsverhaal zaten, werd ze in de EBI in Vught vastgezet. Thomas Rueb schreef een vuistdik boek over Laura’s leven, dat de basis vormde voor onze serie. Toen ik het boek van Laura H. las wist ik het meteen: hier zit een serie in. Ik stuurde Thomas Rueb een Twitterbericht (toen Twitter nog gewoon Twitter heette) en dat bericht werd geliket door Michiel van Erp. Toen wist ik natuurlijk meteen: die heeft de rechten. Dit was het begin van een bijna vier jaar lange zoektocht naar de vertaling van boek naar scenario. Want besef wel: er was al een boek, podcast en theaterstuk. We moesten dus van goede huize komen om hier nog iets wezenlijks nieuws aan bij te dragen. Maar in de basis was Laura H. Een verhaal dat zich uitermate goed leende voor de zesdelige serie die we wilden maken. De verschillende perspectieven, de nuances en grijstinten die dit verhaal zo fascinerend maakt, wat je ook van de materie vindt. En Laura was de ideale hoofdpersoon: naïef, manipulatief, geestig, boos, teleurgesteld, een vechter en bovenal op een bijna anarchistische manier op zoek naar zichzelf. En als het dan tot twee keer toe wordt afgewezen, voel je je natuurlijk weer de imposter die ergens in je schuilt: morgen zullen ze ontdekken dat ik het helemaal niet kan…
Hoe verwerkte je het? (Alcohol, wraakfantasieën, een andere serie bingewatchen?)
Ach weet je, eerst ben je voornamelijk boos en zeker als je ontdekt dat sommige makers die het gelezen hebben total niet in je straatje liggen of dat hun enige IMDB credit een of andere half bakken serie in de vroege jaren ’00 is. Je kan je dan wel lang de onbegrepen kunstenaar voelen, maar ergens moet je ook gewoon weer door. In je bed een potje liggen janken doe je maar als je relatie uit is.
Met de kennis van nu: hadden ze een punt, of zijn het nog steeds walgelijke idioten?
Ze hadden een punt én zijn walgelijke idioten natuurlijk. Hoe durven ze onze genialiteit niet onder ogen te zien. Nee, maar nu zonder dollen: ik heb de afwijzingsbrieven er nog eens op na geslagen en uiteraard hebben ze ergens wel een punt. Op sommige punten. Wat dit soort dingen ook wel doen: ze maken je nog scherper om te laten zien dat het wél werkt wat je in je hoofd hebt. En om maar even mijn geboortedorpsgenoot Bennie Jolink (leadzanger van Normaal) te quoten: “Ik kom altied weer terug…” In zijn geval omdat ie met z’n zatte kop tegen een boom aan was gereden trouwens…
Wat is de ene zin feedback die je nooit bent vergeten (en waarom)?
“Ik weet dat het echt gebeurd is hoor, maar in deze scenario’s snap ik niet waarom Laura naar het Kalifaat gaat. Ze had ook voor mijn part naar Ibiza kunnen gaan.”
Bovenstaand is vrij gequote, maar de strekking kwam hierop neer. Het leukste is natuurlijk om nu namen en rugnummers te noemen, maar als de persoon deze nieuwsbrief leest, weet ie zelf natuurlijk ook wel dat hier de plank ietwat werd misgeslagen. De fijngevoeligheid, nuance en grijstinten die wij als makers in dit project probeerde te leggen, wordt natuurlijk met deze opmerking compleet lamgeslagen.
En... hoe ging het daarna verder met jou en dit project?
De serie is - mede door het doorzettingsvermogen van producent Monique Busman - uiteindelijk gemaakt. Acteur Bilal El Aoumari won een Gouden Kalf voor zijn vertolking van Ibrahim en collega Pieter en ik werden genomineerd voor Beste Scenario voor een Drama Serie. Dat voelde eigenlijk als het grootste compliment - samen met de lovende recensies - ná de afwijzing ruimt twee jaar daarvoor. En uiteraard had ik het Gouden Kalf voor deze serie graag gewonnen. Al is het alleen maar dat ik dan rondjes rondom Willems huis (die met Een van Ons óók genomineerd was voor dezelfde prijs) was gaan fietsen om drie uur ’s nachts met mijn Gouden Kalf in een mandje aan mijn stuur “Ik heb een Gouden Kalf en jij lekker niet” zingend. Maar buiten dat genot houdt het ‘bijna winnen’ van deze prijs je ook scherp. Moeten we de volgende keer toch net wat beter ons best doen, Willem!
Matthijs Bockting werd in 1987 geboren in het Achterhoekse dorpje Hummelo. In 2013 studeerde hij af aan de Filmacademie en schreef sindsdien aan o.a. Smeris, Ares & Vliegende Hollanders (met zijn schrijverscollectief Winchester McFly) en solo aan projecten als Hoe het zo kwam dat de Ramenlapper Hoogtevrees Kreeg & Mocro Maffia: Tatta. Op dit moment werkt Matthijs aan zijn debuutroman Zwart Gras (die zich afspeelt in de onderwereld van het Betaald Voetbal), de speelfilm Onder de Paramariboom en de speelfilm Bad Girls voor Amazon Prime. Dit alles ter voorbereiding op zijn gedroomde meesterwerk: Amarcord in de Achterhoek.
Matthijs wordt ook wel de Hemingway van Hummelo genoemd. Maar veelal door zichzelf.
@Doortje - de afgewezen schrijver van deze week!